donderdag, november 17, 2005

Broeders en Zusters in Christus door de eeuwen heen. #3 De Weg

De Weg, groepering van volgelingen van Christus.

Tijdens het rijk van Tiberius was er een onopvallende timmermanszoon geweest die vreemde dingen deed en in illustrerende taal en raadsels sprak. Het was een Jood met een zeer kort leven wiens actieve of openbaar bestaan van aar drie jaar een wervelstorm van geestelijk geweld teweegbracht welke zou resulteren in een navolging bij een deerde van de wereldbevolking in de twintigste eeuw.
Reeds in de vroege annalen van de Romeinse historicus Tacitus (XV, 44 circa 110) werd het moeilijk geval van die “sekte” besproken. Yeshu, Yeshua, beter bij ons gekend onder de naam Jezus, was als zoon van Maria en Jozef gekend, en geraakte meer en meer besproken als de Redder of Messias, Christos (Chrestus) de lang verwachte beloofde Bevrijder. (Bij de Joodse historicus van het Domitaanse hof, Josephus wordt Hij schampend gezegd dat deze broeder van Jakob door Zijn volgelingen als zogenaamde Christ werd aanschouwd) (Antiquities XX, 200) (Vita Claudii 25:4; na 100).
Onafhankelijke bronnen tonen aan dat in de vroegere tijden er nooit twijfel heeft bestaan omtrent die ‘rebel’ en autoriteit van Jezus Christus. Pas op het einde van de 18de eeuw begon men de persoon Jezus Zijn bestaan in vraag te stellen en evolueerde het tot in onze tijden tot een volledig ontkennen van Zijn bestaan. Vandaag worden er in bepaalde zedenleer klassen geleerd dat Jezus nooit zou bestaan hebben. Deze gevaarlijke ontkenning zou eigenlijk alle historische figuren dan in vraag moeten stellen. Er is trouwens meer over Jezus Christus bijeen geschreven dan bijvoorbeeld een Napoleon Bonaparte.
Jezus was echter geen man van geweld, alhoewel er rond Hem veel geweld is ontstaan. Men kan zich zelfs afvragen hoe het komt dat zulk een pacifistisch man, die het Woord van de Vrede predikte, zoveel geweld kon uitlokken.
In Judea zagen velen de jonge man als een profeet en leermeester (rabbi/raboni) die een levens- of handelwijze voorstelde om op een manier of methode te gaan leven volgens die Persoon welke volgens de Joden de Vader van elk volk was. Alhoewel er geen enkel geschrift van Zijn eigen hand te vinden is, heeft men wel geschriften gevonden van Zijn leerlingen. De teksten in Tacitus geschiedschrijving bewijzen dat er in Judea de verwachting van een Verlosser heerste en dat er een religieuze beweging was ontstaan die als sekte werd aanschouwd. Behalve van de wereldse vertellingen betreft Zijn geboorte, Zijn vlucht naar Egypte en referenties naar Zijn optreden in de tempel als jongeling van 12 jaar is er echter weinig geweten van Zijn kinderjaren en de periode voor Zijn 30 jaar. Om van die periode meer te weten kan men slechts grotendeels afgaan van wat eer in de Christelijke literatuur wordt vermeld. Vanaf dat Jezus zich door Johannes liet dopen en Zijn 12 apostelen bijeen riep, beginnen wij meer gegevens te vinden buiten de Heilige Schrift. In de Schrift wordt het woord voor de beweging die Jezus op gang bracht, dikwijls gebruikt met betrekking tot een levens- of handelwijze die door Jehovah God hetzij goedgekeurd of afgekeurd wordt (#Re 2:22; 2Ki 21:22; Ps 27:11; 32:8; 86:11; Jes 30:21; Jer 7:23; 10:23; 21:8).

Sinds de komst van Jezus Christus kan men, volgens Zijn volgelingen, zich alleen in een goede verhouding met God verheugen en hem op aanvaardbare wijze in gebed naderen wanneer men Jezus Christus aanvaardt. Zoals de Zoon van God zei: „Ik ben de weg en de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door bemiddeling van mij” (#Jo 14:6; Heb 10:19-22). Van hen die volgelingen werden van Jezus Christus, werd gezegd dat zij tot „De Weg” behoorden, dat wil zeggen, zij volgden een levensweg of hielden aan een levenswijze vast die gericht was op het geloof in Jezus Christus, wiens voorbeeld zij navolgden. — (# Ac 9:2; 19:9, 23; 22:4; 24:22).
Vandaag de dag kan men daar soms vragen over stellen, maar normaal gesproken zouden al diegenen die Jezus Christus als hun Verlosser aanschouwen die regels van die Prediker of Leermeester moeten navolgen.
Indien zij zouden luisteren naar Zijn stem zouden zij niet enkel kunnen vinden wat in Zijn leerlingen hun brieven staat geschreven. Ook niet alleen de evangeliën worden dan belangrijk om lezen, maar weldegelijk ook de oudere Joodse geschriften. Voor Christenen zou het noodzakelijk moeten zijn om de gehele Schrift te leren kennen. Zowel het Oude als het Nieuwe, het Eerste als het Tweede Testament, behoren boeken tot onderricht en leiding te zijn.
Door zich te wijden aan bijbelonderzoek zal men merken dat het Eerste Testament het fundament voor het Tweede Testament is. Het Nieuwe Testament is doorspekt met referenties en allusies op het Oude Testament. Een goede kennis van de Oude geschriften kan slechts bijdragen aan het beter begrijpen waarover het gaat. Door in de 66 boeken van de Bijbel te gaan lezen zal men merken dat het Oude Testament de achtergrond is voor het leven van Christus en de draagsteen voor ons verder leven.
De groepering “De Weg” heeft nooit de vroegere geschriften verworpen. De handelingen van de apostelen bewijzen ons dat de vroege Christenen veelvuldig het Oude Testament gebruikten. Zij waren zich ten volle bewust hoe het Eerste Testament hun juist de boodschap gaf waarop zij konden vertrouwen dat de man die zij navolgden weldegelijk hun beloofde Redder was. Ook beseften zij dat hun Leermeester deze geschriften door en door kende en ook verwachte dat Zijn nakomelingen dat Woord van God heel goed zouden kennen én ook zouden navolgen.
Als navolgers van Christus geloven wij dat Jezus de Zoon van God is. Ook nemen wij aan dat datgene dat Hij ons verteld heeft en overgeleverd is door de apostelen, datgene is dat wij moeten navolgen. Vandaar ligt in ons Christen zijn ook de opdracht verscholen de Bijbel te leren kennen én te onderhouden.


Updates: 

Geen opmerkingen: